Atimpoku - Aburi

20 januari - Atimpoku - Aburi

Vandaag reizen we verder. Eerst gaan we echter nog naar de dam bij Akosombo. Achter de dam ligt een meer van ongeveer 8000 vierkante kilometer, een kwart van Nederland. Het water (volgens de gids) is dusdanig schoon, dat het goed te drinken is. Wij vertrouwen voorlopig toch maar op ons koolstof-filter om de laatste bacteriën er uit te halen. Deze dam is in tegenstelling tot de Assuan-dam (Egypte) 'gewoon' op elkaar gestapeld, het is geen dam van alleen maar beton. Deze is voornamelijk opgebouwd uit stenen en het gewìcht hiervan moet alles op zijn plaats houden.

Zoals je mag verwachten, wilde Hugo na vijf minuten de gids aangehoord te hebben, datgenen doen dat hij het liefste bij tempels, kastelen en dammen doet ...... RENNEN!!!! De Akosombo dam

De zes turbines zorgen voor ongeveer zeventig procent van de Ghanese elektriciteitsbehoefte. De turbines van de Akosombo dam

Na het bezoek aan de Dam gaan we op weg naar Aburi. Het eerste stuk verloopt vlot. De weg tussen Akosombo en en Accra is vrij goed. Maar dan gaan we halverwege via een kleinere weg richting Aburi. Hier is de weg een stuk minder en zakt het tempo onder de dertig kilometer per uur. We reizen nu door een mooi heuvelachtig landschap, waar de truck soms toch wat moeite heeft om eroverheen te komen. Dat zou morgen moeten veranderen als het nieuwe luchtfilter wordt gemonteerd.

Om half vier zijn we in Aburi. We verblijven in de 'botanic gardens' van Aburi. We gaan even snel kijken en het blijkt een schitterende tuin te zijn. De cotton tree in de bonatic garden van Aburi

Marijke, Els, Daniëlle en Hugo verblijven in twee kamers in het 'ABG Guesthouse'. Ab en Martijn vertrekken morgen om 6 uur met de truck richting Tema om bij de Mercedes-garage het luchtfilter in te laten bouwen, olie verversen, olie- en luchtfilters vervangen en nog wat 'klusjes' te laten doen. Dan kunnen de anderen uitslapen en Aburi bezoeken.

De kamers zijn een verhaal apart. Er wordt ons verteld dat er geen stromend water is en dat dus gebruik moet worden gemaakt van een 'bucket shower'. Daniëlle heeft hier in eerste instantie een wat te geromantiseerd beeld bij. Van een emmer aan een touw, zoals je dat wel eens bij een sauna tegenkomt. Maar dit is Afrika........ Een 'bucket shower' betekent gewoon dat je een grote ton met water in je badkamer hebt en een emmer. Emmer laten zakken in de ton, giet het over je heen .... dat is dus de 'bucket shower'!!!! En ook het "moderne" toilet moet moet bijgevuld worden met het water uit de ton.

21 januari - Aburi en Tema

Ab en Martijn gaan om 5:30 uur op en vertrekken om 6:10 richting Tema. Onderweg blijkt dat de wegen richting Accra last hebben van een infarct. We doen ruim 1 uur over een stuk van zes kilometer. Om half negen arriveren ze bij de Mercedes garage, waarna we gaan ontbijten in de Tema Shopping Hall. Een Westers aandoende Shopping Mall, waar het goed ontbijten is. Vervolgens bij de vier banken in de buurt geprobeerd geld te wisselen, maar dat kan helaas als je een rekening hebt (bij de volstrekt onbekende banken).... helaas. Enigen oplossing is naar Konitamu City Centre (of zoiets) om een Forex Exchange Office te bezoeken.

Dat levert weer de bekende taferelen op. De taxichauffeur zet ons af met de mededeling hier rechtdoor lopen dan zit daar de Forex. We lopen een markt op met zeer nauwe straatjes, maar zeer zeker geen Forex. Na het verlaten van de markt, dan toch maar een voorbijganger vragen waar een Forex zit. Deze meneer loopt met ons mee om de weg te wijzen. Natuurlijk voor een kleine vergoeding, maar die heeft die dan wel verdiend. Hij brengt ons alleen de markt weer in naar een hok van ongeveer 1 vierkante meter met dubieuze atmosfeer. Wij draaien ons direct om met de mededeling "dit is geen Forex" en vertrekken weer. Bekijk het maar.

Dit feest van misinformatie herhaalt zich nog een keer, terwijl we toch luid en duidelijk aangeven: "wij willen alleen naar een Forex". Uiteindelijk is een dame zo vriendelijk om ons bij de Forex af te leveren, zodat wij 1000 euro kunnen wisselen om onder andere de (voor de rest moderne) Mercedes-garage te kunnen betalen (deze accepteren uiteraard alleen cash).

Om half vijf is de auto eindelijk klaar. Nog even een half uurtje uitstel, omdat het computersysteem er uit ligt (dat is dan wel weer zeer modern). Om 5:05 uur rijden we de poort uit, met het vermoeden dat we regel 1 van reizen in dit soort landen gaan overtreden: Rijd niet in het donker. Gelukkig gaat de terugreis zeer voorspoedig. Daar waar we bijna twee uur hebben stukgegooid op de heenweg, leggen we nu af in 1 uur. We hebben nog heel even de hoop dat we rond de schemering binnen zullen zijn.

Helaas, combinatie van slechte bewegwijzering en (waarschijnlijk wat) vermoeidheid zorgt er voor dat we de verkeerde afslag nemen, terwijl we al in de schemering rijden. Gelukkig staat er 10 kilometer verder een tolpoortje, waar de man ons vraagt waar we naar toe gaan. 'Aburi'! "Then you're lost, this is not the way to Aburi". Fuck. En het is al half zeven.

We draaien en komen bij een klein dorpje, waar ook een afslag naar rechts is (waar Aburi ergens moet liggen). Ondertussen is het donker geworden. Ab gaat even vragen hoe we bij Aburi moeten komen. De meneer geeft direct en stellig aan: deze afslag moet je hebben naar Aburi. Wij duiken de weg in en deze kan zich volgens Ab meten met de slechtste pistes die hij gereden heeft. Voor het correcte beeld: de "weg" is niet verhard. Op sommige stukken zit op ongeveer elke vierkante meter wel een kuil. En geen lullige, maar gewoon een centimeter of tien en soms twintig diep. Daarnaast zijn de zijkanten van de weg links en rechts soms weggeslagen in de moesson en zijn er overhangende takken, waar we voor uit moeten kijken. Gecombineerd met de afwezigheid van straatverlichting en maan, rij je dus met een gemiddelde van vijf tot tien kilometer over dit pad. We hadden gewoon verder terug moeten gaan en dan hadden we de asfaltweg (met de nodige gaten gehad).

Bij 1 punt vraagt Martijn zich af of de weg nog wel breed genoeg is, maar dat is waarschijnlijk een kwestie van nog wat ervaring opdoen. Waarschijnlijk was er aan elke kant nog wel een centimeter of dertig voor je wegzakt in een gat van een centimeter veertig, vijftig. 'Ruim' voldoende dus ;-(. Na een uur draaien we eindelijk de goede weg op. We zijn er bijna. Het is half acht.

Het laatste stuk is ingezet. We rijden een stevige heuvel omhoog in de vierde versnelling. De motor begint te sputteren en slaat na tien seconden af. Vanmorgen nog wel even besproken of we nog moesten tanken, maar er zou nog meer dan voldoende in moeten zitten volgens Ab. Maar door de omweg en de testritten bij de garage is meer brandstof verbruikt en we staan dus stil. Stil op een vierbaansweg, gescheiden door betonblokken, bergop in het pikkedonker (geen straatverlichting) en op de rechterrijstrook. Zie hier het nachtmerrie scenario.

Eerst maar eens de diesel van de reservetank naar de gewone tank overpompen. De positie is niet lekker. We staan deels op de linkerrijbaan. Martijn schijnt met de zaklantaarn Ab bij, die de accuklemmen moet bevestigen om de brandstof over te pompen. Daarnaast moet Martijn in de gaten houden of er geen verkeer met een noodgang de heuvel op komt. Erg gezellig. Helaas: maar een paar liter.... niet voldoende. Dan bij de reservetank een bout uit de onderkant schroeven en dat in een emmer laten lopen. Volgens degene die de tank heeft geïnstalleerd zou door de iets te korte slang om het over te pompen er altijd nog een reserve te moeten zijn van zo'n dertig liter. Helaas, broodje aap verhaal. Er komt niets uit.

Volgende plan: Martijn houdt een auto aan en gaat op zoek naar Diesel. Na eerste wat opstartproblemen is de nieuwe tactiek om auto's staande te houden het beschijnen van zijn gezicht (kijk een toerist!) en de gieter. In combinatie met de truck met alarmlichten toch aanleiding voor twee jongens en een oudere man in een ontzettend oude 4x4 met barsten in de voorruit aanleiding om te stoppen. Gelukkig!

De Ghanese hartelijkheid uit zich in zijn volle glorie. Martijn kan instappen en ze gaan op pad. Twee kilometer is een opening in de rijbaanafscheiding en we draaien. Beneden in het dorp is een tankstation. Na tien kilometer komen we het eerste tankstation tegen. Helaas, deze heeft geen elektriciteit op het moment, waardoor de pompen niet werken.

We gaan vrolijk verder en de chauffeur heeft er een akelig tempo van ruim 60 mijl (90 kilometer) inzitten. In het donker, zonder straatverlichting, met allerlei mensen die langs de weg lopen en stevige gaten in de weg, lijkt me dat wat hard, maar Martijn is al lang blij. Tien kilometer is een Shell. De gieter lijkt toch wat klein, dus na het voorstel om te kijken naar iets anders, spurt 1 van de Ghanese jongens weg. Hij komt terug met een 25-liter vat. Dit laten we vol met Diesel gooien en we maken ons op voor de terugreis.

Saillant detail. Daar zit je dan als Westerse toerist zonder gordel met een vat Diesel van 25 liter naast je dat je vast moet houden. De dop ontbreekt van het vat en met een doek zorgt Martijn ervoor dat de Diesel er niet overheen komt. En vervolgens weer met negentig kilometer de andere kant op. Op weg naar de truck. Halverwege tijdens het rijden toch de doek maar even verwisselen door een plastic tas over de opening en de doek daar overheen. Een stuk veiliger ;-).

We zijn bij de truck, gelukkig. We bedanken de jongens hartelijk voor hun geweldige hulpvaardigheid en stoppen ze nog 20 cedi (13 euro) toe (waarschijnlijk een dagsalaris).

Vervolgens gooien we de diesel in de tank, morsen daar bij nog even onze broek en schoenen onder de diesel. Dan rest ons nog een 'klein' klusje. Als je namelijk de dieseltank leegrijdt, moet het dieselsysteem worden ontlucht. Lekker de cabine naar voren laten komen en bij het motorblok met een handpompje de lucht uit het systeem halen. Op dat moment deden we een verontrustende constatering. Tegen het eind van het wegpompen van de lucht, horen we dat er lucht worden aangezogen. Dat zou kunnen inhouden dat de truck niet start.......

Nog een laatste keer snel pompen. Cabine snel terugklappen, instappen en starten. De motor hapert wat, maar start uiteindelijk toch. Gelukkig. We rijden met veel toeren de berg op en arriveren om 9 uur 's-avonds bij een verontuste Daniëlle en Els. De SMS die Ab had gestuurd met de mededeling "we hebben pech, het wordt later" heeft hij verstuurd naar het oude mobiele nummer van Daan.....

De cotton tree in de bonatic garden van Aburi

Plant groeit op boom Terwijl Martijn en Ab zich "vermaakte" met de truck, zijn Marijke en Daan de botanische tuin in gegaan. Helaas hebben Daan haar open wandelschoenen het begeven en moest zij dus op slippers het bos in. Niet echt handig :-( Het bos was wel ontzettend mooi, helaas niet zo goed onderhouden. In de botanische tuinen staan alle bomen die in heel Afrka voorkomen, dit geeft een bijzondere collectie bomen. Marijke en Daan hebben zich hier dus ook kostelijk vermaakt.

Onderweg komen we een bijzonder schouwspel tegen. Twee mannen zitten heel idyllisch onder een enorme boom, waarbij de ene man de andere man aan het ontluizen is. Zonder enige gene zitten zij midden in het park op een open plek naast het restaurant. Waarschijnlijk zijn zij personeel van het restaurant waar wij eerder gelucht hebben. Ik hoop dat zij geen keukenpersoneel zijn ;-), maar ja ook dat is Afrika....

Ontluizen in de mooie atmosfeer